Echt stil – doodstil – is het nergens. Vooral niet in de stad. Door al het lawaai is daar weinig ruimte voor de zachte klanken van de natuur, zoals kabbelend water, zoemende bijen of ruisend riet. Maar wie zijn oren spitst, hoort toch veel moois. De natuur is dichterbij dan we denken.
door: Mariëtta Nollen voor Natuurmonumenten Puur Natuur. zomer 2016
Een gehoortoestellenfabrikant liet onderzoek doen naar de geluiden die we het liefst horen. Van de ondervraagden gaf 71 procent aan vooral van natuurgeluiden te houden. Van het gekwetter en gefluit van vogels (74%), een kabbelbeek (40%) en de branding van de zee (34%). Overigens kwam het meeste irritante geluid ook uit de natuur, het gezoem van een mug (54%). Neemt niet weg dat natuurgeluiden – net als muziek dat kan – iets bij ons teweeg brengt. Wat dat precies is, laat zich lastig omschrijven en is voor iedereen persoonlijk.
Schrijver/journalist Henk van Straten had deze ervaring: “Laatst had ik het weer. Dit keer zat ik in de tuin. Ik zat daar alleen […] zakte weg, liet los. Toen hoorde en zag ik een hommel. De hommel landde op een blaadje van de klimop en vertrok weer. Het geluid dat hij maakte was niet alleen zijn geluid. Het was ook mijn geluid, en misschien wel het geluid van alle dingen. Het ontstond omdat ik het hoorde, omdat hij het maakte, omdat hij het was, omdat ik het was. En tegelijk was het allemaal niet van ons. Zijn geluid niet van hem, mijn perceptie en gevoel niet van mij. Intiem, dat was het ook. Alsof we een geheim deelden. Het verlichtte alles. […] Het geheim van het leven zit erin, zowel het mysterie als de vanzelfsprekendheid ervan.”
Matsukase
Ook geluidsman Olivier Nijs, die al ruim tien jaar lang natuurgeluiden in hun puurste vorm registreert, kan het mysterie niet zo een-twee-drie ontrafelen. “Ken je dat geluid van de wind in een dennenbos? Dat klinkt zo anders dan wind in een loofbomenbos. Vooral in de hoge toppen van de grove dennen – de pinus silvestris – speelt de wind als een bal tussen de kruinen. Prachtig, vooral als de wind vlagerig is, en komt en gaat als een branding. De Japanners hebben daar een term voor: matsukase. Om het te horen, moet je het ervaren.”
Maar hoe ervaren we die natuurgeluiden het beste? Met je ogen dicht, en dan luisteren? Zo eenvoudig is het niet, aldus Olivier: “We associëren de natuur met rust. Horen we het geluid van kabbelend water of wuivend riet, dan zien we daar – ook met onze ogen dicht – een beekje en de waterkant bij. Onze zintuigen vullen elkaar aan. Maar we registeren lang niet alles. We filteren beelden en geluiden tot draaglijke proporties en maken zo een eigen werkelijkheid. Daar heeft de evolutie voor gezorgd. Zaken waar we niets aan hebben om te overleven, nemen we niet waar. Trage bewegingen, bijvoorbeeld. We kunnen een bloem niet zien groeien. We missen ook veel geluiden. Daarom denken we stilte te ervaren als we in de natuur zijn. Die stilte heeft met leegte te maken – de afwezigheid van prikkels. Maar het bos is niet stil. Doe maar eens een blinddoek voor. Je hoort dan veel meer, ook het geluid van de snelweg in de verte of de andere bezoekers. In een woonwijk is het vaak stiller.”
Olivier is gefascineerd door het geluid van de stilte, oftewel de waarnemingen die we missen waardoor we stilte ervaren. Voor een van zijn kunstprojecten maakte hij opnames in zijn tuin, een jaar lang registreerde hij ieder kwartier één seconde het geluid van de omgeving. Dat leverde een database van fragmenten op, die je op basis van keuzes kunt beluisteren. In de 365 seconden die hij om 6 uur ’s ochtends verzamelde hoor je de wereld wakker worden, de lente beginnen en soms het blaffen van de hond van de buren. Olivier: “Ik abstraheer deze geluiden tot atmosferen, die veranderen onder invloed van tijd, regen, wind, windrichting, jaargetijden en de aanwezigheid van mensen en dieren.”
Het verhaal van de regen
Maar voor de beste atmosferen verlaat Olivier de stad en zijn Tilburgse geluidsstudio en trekt hij met zijn opnameapparatuur de natuur in. Naar de Oisterwijkse Bossen en Vennen, bijvoorbeeld. Daar legt hij ongrijpbare geluiden als wind en regen vast. “Het geluid van een regenbui is driedimensionaal. Tegelijkertijd hoor je het vallen van druppels, het geritsel van bladeren, het stromen van water, het zuchten van wind – soms hard, dan weer zacht.”
Een verzameling van zijn regens kwam terecht op de cd Rain, vanwege het herkenbare, rustgevende geruis een hit in de spirituele branche. De cd is opgebouwd uit vier atmosferen, verschillende buien op verschillende momenten. Soms, als de regen even tot rust, hoor je even een vogel, die aarzelend begint te zingen. Olivier: “De stukken zijn als losse verhalen – ik noem dat akoestische cinema – waar je door associatie zelf je beelden bij bedenkt.”
Natuurdocumentaires
Die verhalen maakt hij ook bij filmbeelden. Zo verzorgde Olivier het geluid in natuurfilms als ‘De levende rivier’ en het drieluik ‘De terugkeer van…’. Olivier daarover: “Veel mensen beschouwen het geluid in natuurfilms als behang. Het valt pas op als het niet goed is. Het gekke is dat ik mijn echte natuuropnames nauwelijks inzet als ik aan een film werk. Zo’n 95 procent van de geluiden maak ik zelf. In het echt hoor je namelijk geen narcissen open gaan, paddestoelen groeien of een plons van een ijsvogel in slow motion.
Dus aan mij de taak om die geluiden in de perceptie van de toeschouwer geloofwaardig na te bootsen. Verzonnen geluiden, die toch moeten kloppen. En dat doe ik in mijn studio, bijvoorbeeld door boterhamzakjes fijn te knijpen, leren handschoenen te wringen, in een bak water te plenzen of stengels selderij te breken.”
Wolken van geluid
Dat Olivier met ritselende zakjes en schurende lente-uitjes de natuur tot leven kan wekken, heeft hij te danken aan vele uren luisteren – in het bos, op de hei, in zijn tuin, op het water, aan zee. Wat is na al die luisteruren zijn favoriete geluid? Hij denkt even na: “Ik houd van wolken van geluid. Of het nu de regen, een zwerm muggen, het tikken van de dennenappels op een warme dag, de miezersneeuw op de verdorde bladeren van een haagbeuk, de vleugelslagen van een zwerm vogels of de matsukase is – de wind in de grove dennen. Als je hoort hoe rijk die geluiden zijn, kun je nog meer van de natuur genieten.”
ZELFLUISTERLIJST
Genieten van de natuur is een combinatie van wat je ziet, ruikt en hoort. Omdat we nogal visueel zijn ingesteld, horen we vaak alleen de ‘grote’ geluiden – het zingen van vogels, het kwaken van eenden en kikkers, het kabbelen van water. Voor andere geluiden moeten iets beter ons best doen. Met geluidsman Olivier Nijs stelden we een lijst samen van natuurgeluiden die het ontdekken waard zijn. Ook leuk met kinderen.
- Loofbomen en dennenbomen hebben ieder een eigen akoestiek. Hoe klinken de ‘wolken van geluid’ tussen de verschillende boomsoorten als het waait of regent.
- Maak eens op een aantal momenten op de dag – van vroeg in de ochtend tot laat in de avond – op steeds dezelfde plek een geluidsopname van enkele seconden (bijvoorbeeld met je mobiele telefoon). Luister alles achter elkaar af. Welke momenten zijn het stilst en het luidst?
- Hoe stil is het natuurgebied waar je vaak bent? Wat is het verste geluid dat je kunt horen en hoe ver ben jij daarvan verwijderd? (Een snelweg, een vliegtuig of een loeiende koe?)
- Vang het geluid van een bij of hommel op het moment dat hij een bloemkelk in en weer uit vliegt.
- Vang het geluid van een vleugelslag. (Een duif is herkenbaar, een mus is ook mooi)
- Lokaliseer het geluid van een kloppende specht. In welke boom zit hij? En hoe anders klinkt de volgende boom waarin hij klopt?
- Hoe verschilt het geluid van water? Vergelijk het gekabbel van water in een sloot, een beek, een plas en de branding.
- Hoe klinkt een graspol? Je oren kunnen, net als verrekijkers met beelden, geluiden dichtbij halen. Als je door je knieën gaat en je oor letterlijk te luister legt, hoor je ineens heel andere dingen.
- Hoe klinkt de droogte? Als het gras verdord is en knispert onder je voeten.
- Luister naar de wind. Welke geluiden neemt die mee? (Als het windstil is, hoor je de geluiden van dichtbij beter. Ook is de windrichting bepalend voor wat je hoort. Een snelweg die je bij oostenwind hoort, hoor je misschien niet als de wind uit het westen komt.)